InleidingGeheel vrijgelegen voormalige villa met siertuin in de wijk het Zand, gelegen aan de hoek van de Capucijnenlaan en het Julianaplein. De villa werd gebouwd in 1910 door architect W.G. Welsing (Arnhem) voor de Bossche ondernemer J. de Gruyter in een stijl die elementen vertoont van de Engelse landhuisstijl. Het eclectische interieur mengt elementen van de Art Déco, het Neo-Classicisme en de Neo-Gotiek. Welsing heeft als huisarchitect van De Gruyter ook diverse winkelpanden van het grootwinkelbedrijf van de familie ontworpen.De villa is thans als kantoor in gebruik. De oostgevel, die in 1916 al ingrijpend was gewijzigd, is in 1991 uitgebreid met een halfronde, onderkelderde glazen aanbouw onder plat. Tevens werden toen de kelderkoekoeken aan de west-, noord- en zuidgevel afgedicht met glazen bouwstenen. Het interieur is licht gemoderniseerd. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners. Uitzondering hierop vormt een representatief ensemble van vrijstaande villa's aan de oostzijde van het Julianaplein en een deel van de Koningsweg, waaronder voorliggend object. OmschrijvingDe voormalige villa ligt midden op een driehoekig perceel met afgeronde hoek aan het Julianaplein. Aan die zijde een kleine siertuin. Het erf wordt van de straat afgescheiden door een uit 1922 daterend ijzeren ruitvormig sierhek tussen bakstenen pijlertjes met gecementeerde koppen (uit 1922 en 1955).Het onderkelderde bakstenen pand beslaat een samengestelde plattegrond en telt een twee- en een eenlaags bouwvolume met kapverdiepingen onder een samengesteld dak. Op het tweelaags volume een met blokleien in Maasdekking gedekt schilddak, bekroond met twee pironnen op de nokeinden. Op het eenlaags volume een met leien in Maasdekking gedekt afgeplat, omlopend schilddak. In de dakschilden diverse kapellen onder overstekend plat met vensters voorzien van kleine roedenverdeling. De gevels worden plaatselijk verhoogd door middel van dakopbouwen onder met mastiek en grind gedekt plat en diverse topgevels onder aankappende, eveneens met leien gedekte zadeldaken. Verder aan diverse gevels rechthoekige eenlaags uitbouwen onder met koper en blokleien gedekte lessenaardaken en een vijfzijdige eenlaags serre-uitbouw met bovenliggend balkon. Aan de dakvoet een verspringende, overstekende goot op geprofileerde klossen. Het met geknipte voeg in kruisverband gemetselde pand wordt verlevendigd en geleed door het gebruik van zandsteen voor lekdorpels, aanzet- en sluitstenen, speklagen, sierlijsten, afdeklagen, gevelornamenten, lateien en voor sierkolommen rond de entree en op de noordwestelijke hoek; verder hardsteen voor de traptreden en dorpels van de entree; giet- en smeedijzer voor de balkonbalustrade, het tuinhek en enkele rozetankers. Vensters en deuren onder rechte en gebogen lateien of onder rondboog, met enkelvoudige en meerdelige kozijnen waarin schuif-, draai- en vaste vensters voorzien van bovenlichten met kleine roedenverdeling en gebrandschilderd glas-in-lood of kathedraalglas. De vensters van het trappenhuis zijn in hun geheel voorzien van kleine roeden. In de noordgevel ook een ovaal kozijn met driedelig venster. De noordgevel aan de Capucijnenlaan telt zes traveeën. De eerste en vierde travee risaleren en worden bekroond met een topgevel. Tweede travee met secundaire entree. Derde travee met dakopbouw. Aan de voet van de vierde travee, waarin zich het trappenhuis bevindt, een eenlaags uitbouw onder lessenaardak. In de zesde travee een gebogen tweedelig erkervenster onder koepelsegmentvormig dak. In de vijfde travee de hoofdentree met toegangsdeur onder rondboog, omzoomd met vensters voorzien van kleine roeden en gekleurd glas-in-lood. In het bovenlicht de spreuk 'SALVE'. Ondiep entreeportaal onder lessenaardak met aankappend houten rondbogig dak op decoratief bewerkte zandstenen kolommen. De aan het Julianaplein gelegen westgevel telt vier traveeën. De rechtse twee risaleren en worden bekroond met een topgevel waarin een vierdelig venster met detaillering als voornoemd. Op de begane grond een gebogen vijfdelig erkervenster onder plat. In de eerste travee een gebogen tweedelig erkervenster als voornoemd. De zuidgevel telt zes traveeën. Aan de eerste twee traveeën een vijfzijdige serre-uitbouw onder plat met bovenliggend balkon voorzien van smeedijzeren balustrade tussen bakstenen pijlertjes met in stijl gedecoreerde koppen. In de bovenlichten gekleurd glas-in-lood. Aan de derde travee een eenlaags uitbouw onder lessenaardak. Vierde en vijfde travee met dakopbouw. Vijfde en zesde travee met in 1916 en 1991 gewijzigde entrees. De centrale travee in de oostgevel is in 1991 weggebroken ten behoeve van de uitbreiding. Belendende traveeën met dakopbouw. In de rechter travee van de oostgevel een in later tijd in de muur gemetselde gepolychromeerde memoriesteen van Onze Lieve Vrouwe van Den Bosch. De opzet van de plattegrond is redelijk herkenbaar bewaard gebleven. Hoofdvolume met vestibule, centrale hal en trappenhuis, waaromheen diverse voorname vertrekken zijn gesitueerd. Secundair volume met middengang vanuit de hal naar de aanbouw aan de oostgevel met aan weerszijden voormalige dienstruimten en secundaire ingangen. Van het interieur zijn onder andere van belang: meerdelige, onder het grootste deel van het pand gelegen kelder met toogbogen en keldertrap met eenvoudige houten balusters; vestibule met marmeren lambrisering, een vierdelig graatgewelf en een rondbogig tochtportaal met kleine roedenverdeling; hal met manshoge houten lambrisering voorzien van panelen en kroonlijst, marmeren pseudo-schouw met zuilenstelling, parketvloer met keperverband en balkenplafond met moer- en kinderbalken voorzien van sierlijk gesneden sleutelstukken; trappenhuis met markante bordestrap voorzien van sierlijk gesneden balusters, klimmende lambrisering en parketvloer met gebrandschilderd glas-in-loodvenster op het bordes; gang met versoberde groen-grijze tegelvloer voorzien van geometrisch mozaïekpatroon in zwart-wit en marmeren plinten. Verder diverse vertrekken (in uiteenlopende stijlen gedetailleerd) met onder andere: paneeldeuren met kroonlijsten; muur- en hoekkasten met (deels) kleine roeden waaroverheen guirlandes; wanden met lijstwerk, hoekpilasters en lambriseringen; zolderingen met stucplafonds voorzien van lijsten, medaillons en festoenen en balkenplafonds met florale schilderingen tussen de balken; parketvloeren; schuifdeur met kleine raamroeden; bovenlichten met (gebrandschilderd) glas-in-lood, met name in de boogvormig of recht- dan wel veelhoekig uitgebouwde erkers en serre; diverse marmeren schouwen, soms met gietijzeren roosters ter afdekking van de haard en met decoratieve boezembetimmeringen. WaarderingDe voormalige villa met siertuin is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden daar het als voorbeeld van een villa voor de zeer welgestelde inwoners (Bossche zakenman De Gruyter). Verder omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft daarnaast cultuurhistorische waarde vanwege het belang voor de typologische ontwikkeling van villa's. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege het belang van de gehanteerde Engelse landhuisstijl, met de kenmerkende vensters en deuren met kleine roedenverdeling, voor de architectuurgeschiedenis. Verder vanwege het belang van deze bouwstijl en de uiteenlopendeinterieurstijlen voor het oeuvre van architect Welsing. Daarnaast vanwege de esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp. Bovendien vanwege de afwisselende, zeer verzorgde detaillering en bijzondere ornamentiek van met name het interieur, dat de wensen en status van de opdrachtgever representeert. De sociale status is ook nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van een representatief ensemble van vrijstaande villa's aan de oostzijde van het Julianaplein en een deel van de Koningsweg, beide hoofdwegen binnen de wijk Het Zand.Het object is van belang wegens de herkenbaar bewaard gebleven hoofdvorm en de gaafheid van de vele, zeer diverse elementen uit het interieur en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand. |
1989 |
RedactieJulianaplein 8Bouwhistorie 's-Hertogenbosch. Jaarverslag '89 (1989) 47 |
1999 |
Gebouwd in 1910 in opdracht van J. de Gruijter naar ontwerp van W.G. Welsing. Deze architect was lange tijd als bouwkundig medewerker verbonden aan de firma De Gruijter, waardoor hij vele ontwerpen leverde van bedrijfsgebouwen (in 's-Hertogenbosch b.v. de voormalige De Grijterwinkel op de hoek Hinthamerstraat/Gasselstraat). De villa Julianaplein was de woning van de familie de Gruijter. De statige architectuur vertoont kenmerken van de chaletstijl (topgevels met houten dakoverstek). In het rijke interieur bevinden zich een fraai trappenhuis, klassieke houten plafonds, betimmeringen en stucplafonds.
Open Monumentendag 1999
|
1923 | Jacobus A.A.M. de Gruijter (directeur Naaml. Ven. De Gruijter) |
1928 | J.A.A.M. de Gruijter |
1943 | wed. J.L.H. de Gruijter-Vermeulen |